Voedselallergieën en –intoleranties
Wat is (voedsel)allergie?
Het woord ‘allergie’ betekent letterlijk: veranderde reactie (allos = ‘veranderd’ en ergos = ‘reactie’). Het immuunsysteem van iemand die allergisch is, reageert op een andere manier op stoffen van buitenaf dan dat van iemand die niet allergisch is. Het reageert niet alleen op schadelijke ziektekiemen, maar ook op ongevaarlijke eiwitten in bijvoorbeeld voedingsmiddelen, pollen of huisstofmijt. De eiwitten die een allergische reactie oproepen, worden allergenen genoemd. Het immuunsysteem ziet deze allergenen als ziekmakend en reageert met het aanmaken van antistoffen. Deze antistoffen vallen de indringers aan met als doel ze uit te schakelen. Het zijn de antistoffen die de allergische reactie veroorzaken, bijvoorbeeld in de vorm van eczeem, jeuk, buikklachten (waaronder diarree), benauwdheid of neusverkoudheid.
Allergenen
Allergenen zijn de eiwitten die een allergische reactie oproepen. Voedselallergieën worden in 90 procent van de gevallen veroorzaakt door de volgende allergenen:
- Koemelk
- Eieren
- Soja
- Tarwe
- Pinda’s
- Vis en schelpdieren
Wat is voedselintolerantie?
Anders dan bij voedselallergie is het immuunsysteem níét betrokken bij voedselintolerantie. Bij een voedselintolerantie worden de klachten veroorzaakt door bijvoorbeeld een tekort aan een spijsverteringsenzym of er wordt te sterk op een bepaalde stof in de voeding gereageerd. Spreken we bij voedselallergie van allergenen, bij voedselintolerantie hebben we het over triggers. Triggers zijn de voedingsstoffen die een voedselintolerantie veroorzaken.
Bij voedselintolerantie is er (anders dan bij voedselallergie) sprake van een drempelwaarde die bereikt moet worden voordat er klachten ontstaan. Dat wil zeggen dat er wel wat van het ‘schadelijke’ voedingsmiddel gebruikt kan worden, maar krijgt men er ‘te veel’ van binnen, dan wordt de drempelwaarde overschreden en ontstaan er klachten. Die drempelwaarde is per persoon verschillend.
Voedselintolerantie en voedselallergie komen vaak gelijktijdig voor en kunnen in elkaar overgaan.
Triggers
Triggers zijn voedingsstoffen die een voedselintolerantie veroorzaken. De meest voorkomende triggers zijn:
– Lactose
– Gluten
– Suiker
– Biogene aminen (zitten bijvoorbeeld in oude kazen, yoghurt, biogarde, in het wit van een ei)
– Kunstmatige toevoegingen (E-nummers)
Behandeling van voedselovergevoeligheid
Bij behandeling van voedselovergevoeligheid is het belangrijk dat aandacht besteed wordt aan:
– De voeding > de allergenen en triggers uit het menu halen
– Het versterken van het immuunsyteem
– Het herstellen van de darmflora (indien nodig)
Meer hierover in mijn boek Smikkelen & smullen